woensdag 31 augustus 2011

The last frontier: beschaving in de Outback

Twee maanden zwerven door Australië, van Darwin naar Broome (en verder). Zwerven betekent per definitie zekerheden en voorspelbaarheden loslaten. Je weet immers niet wat je tegen gaat komen? Helemaal niet in de Australische Outback, waar ze het graag hebben over 'the last frontier' and 'wild adventures'. Zo kun je opeens voor een rivier komen te staan.
Wat ga je doen? Hoe diep is de rivier, hoe snel het water?
Je weet, dat de autoverzekering vervalt zolang je in de rivier rijdt. De eerste 'rivercrossings' heeft Brigit diepte en stroomsnelheid afgetast. Er bleef nog onzekerheid, maar we hebben het er toch op gewaagd. En met succes. Uiteindelijk zijn we zo tientallen rivieren en kreken overgestoken. Eén keer zagen we een busje te diep gaan: de motor sloeg definitief af. Een vreselijke pech, waarschijnlijk gevolgd door hoge kosten (vervallen verzekering), maar wel door bereidwillige passanten weer op het droge getrokken.

Alleen al het dagelijks letterlijk fysiek moeten omgaan met dergelijke en andere onzekerheden in een onbekende omgeving was enorm inspirerend: zowel als stimulans mijn ondernemerschap in het algemeen, als ter bevestiging van mijn "De dans van de held", die juist gericht is op het adequaat leren omgaan met onzekerheden, dilemma's, perspectieven en keuzes.

Daarnaast de omgeving (het totaal andere landschap, met talloze 'gorges' en 'waterfalls', met 'deserts', 'pandanus woodland' en 'tropical rainforest', met 'boab-trees', 'kangaroos', 'wallabies' en 'brahmani kites'); de ervaring om Down Under midden in de Outback te zijn is op zichzelf al inspirerend!

Niet te vergeten de mensen, die we onderweg ontmoetten, zoals de oorsponkelijke bewoners met 'dreamtime', 'walkabouts' en 'rockpaintings'. Proberen te denken als een Aboriginal zet je wereld sowieso al op z'n kop: lineaire tijd bestaat bijvoorbeeld niet, verleden en heden zijn één. Is verwarring niet ook een mooie basis voor inspiratie?


Van de reizende blanke Australiër had ik verwacht dat ze nog steeds een "pioneer spirit" zouden hebbe; voor zij die steeds over de Kimberley spraken als 'the last frontier'. Ik verwachtte dat zij juist heel basic de Outback zouden intrekken om te laten zien dat je die nog kon ontdekken en daar kon overleven.
In de praktijk hadden ze het echter meestal over 'safe wild adventures', tot 4WD-bus omgebouwde vrachtwagens, waarmee touroperators de stadbewoners geheel geregeld en verzorgd voor een paar dagen mee de wildernis innamen.
Als ze zelfstandig trokken, hadden de meesten een 4WD-camper, waarmee ze probleemloos de meeste rivieren doorkwamen, maar die ook volgepakt waren met uitgebreide BBQ'-keukens, koelkasten en magnetrons. En toch, juist dat paradoxale, dat dubbele, om de Outback te willen verkennen , maar dan te weigeren de luxe van thuis los te willen laten (in ons kleine trekkerstentje en 1-piots gasbrandertje werden zielig genoeg gevonden om vaak genoeg stoelen, een kop koffie of wat pannenkoeken aangeboden te krijgen).
Dit paradoxale vond ik juist zo intrigerend en inspirerend. Wat doe je, als je (bijv.) de wildernis in trekt, probeer je dan je ervaringen in te passen in jouw stedelijke wereldbeeld (de Outback als veilige dierentuin)? Of ben je bereid je wereldbeeld los te laten en de Outback in te stappen? Of kun je beide perspectieven gemakkelijk verenigen? Vragen die goed bruikbaar zijn mijn "Het Gordiaanse ei", dat juist er op gericht is om adequaat te leren omgaan met ondernemer-dilemma's en paradoxen.

reisgroet
Marcel van der Pol, Keridwen

Geen opmerkingen: